Vijf vrouwen werken in het confectieatelier van Léon en Hélène. Het zijn allemaal mensen die de oorlog overleefd hebben, sommigen met veel ellende en leed, anderen met profijt.
Ze kletsen, plagen, roddelen en lachen, maar leiden desondanks hun eigen eenzame leven. De oorlog liet diepe sporen na.
Simone is een jodin. Haar man werd door de Duitsers gedeporteerd. Tegen beter weten in klampt zij zich vast aan het idee dat hij op een dag weer thuis zal komen. De tegenstrijdige gevoelens, opgewekt door de jarenlange ontbering tijdens de bezetting, werken ook in het atelier na.
Achteloze opmerkingen lokken soms onbeheerste reacties uit. Wanneer één van hen het echter lastig krijgt en de moed laat zakken, staan ze allen klaar om haar te steuren.
Het onderwerp van dit toneel blijft actueel. Bijna 50 jaar na de holocaust is de mens nog steeds niet in staat andere volkeren en rassen als gelijken naast zich te dulden.

De auteur Grumberg, drukt in dit werk zijn bewondering uit voor de vrouw die wenend en lachend, in angstige spanning en in vlagen van wanhoop steeds dapper blijft.

Stef Aerts, Sofie De Houwer, Dirk Driesen, Leen Scheyltjens, Goswin Torfs, Werner Van Den Bogaert, Berta Van den Broeck, Rudi Van Eersel, Greet Van Herpe, Els Vannuffelen en Hilde Versweyfeld.

Van Jean-Claude Grumberg in een regie van Edith Vande Schoor.
Première op 20 november 1998 om 20u in GC ’t Heilaar